De Orgelvriend - mei 2006

> terug

De orgelvriend 2006-05
Improvisata I en III door André Kruijf

De dvd heeft in relatief korte tijd in de gunst van de consument weten te komen, een ontwikkeling die vanzelfsprekend niet aan de Nederlandse orgelwereld voorbij is gegaan. Nu bovendien de stroom van orgel gerelateerde schijfjes goed op gang komt, mag dit nieuwe audiovisuele medium zich in toenemende mate in de aandacht van het orgelminnende publiek verheugen. Hierbij springt de Improvisata-reeks, waarvan zojuist het derde deel verscheen, in het oog. Opmaat tot dit project vormt de in 2001 opgenomen cd Improvisata, een eerbetoon aan Frits Mehrtens en Bernard Huijbers, waarop door Willem van Twillert, Aart de Kort en Sietze de Vries literatuur, eigen werk en improvisaties werden vastgelegd.

Producent Willem van Twillert heeft dit grondidee verder uitgewerkt tot een aantrekkelijk concept waarvan de formule even simpel als doeltreffend en gevarieerd is. Je nodigt een aantal organisten van naam van zowel de oude’ als de nieuwe garde’ uit. Daarnaast zorg je voor een ontspannen sfeer en laat je hen grotendeels de vrije hand. Het resultaat: een bonte mix van beknopte werken uit de literatuur uit diverse periodes en streken plus de nodige eigen bewerkingen en improvisaties over psalm- en gezangmelodieën in afwisselende stijlen. Een compositie voor orgel vierhandig en spel met de zogenaamde derde hand’ ontbreken evenmin; een tweetal Bachtranscripties completeren de beide programma’s. In het geval van een regulier cd-project schuilt in deze aanpak het gevaar van verbrokkeling, maar bij een dvd stoort dit veel minder. In positieve zin ontstaat op deze wijze een grabbelton waarin iedereen wel iets van zijn gading kan vinden. Al grasduinend door het dvd-menu kun je als het ware je eigen miniconcert samenstellen. Voor de koper blijft de aanschaf dan ook interessant, er kan meerdere malen gekeken worden zonder dat de verveling al in een vroeg stadium toeslaat.

Door de programmering van bekende(re) orgelwerken en het hanteren van een toegankelijk idioom lijkt men met deze serie op een zo breed mogelijk publiek te mikken. Hierin is de Stichting Promotie Orgelprojecten zondermeer geslaagd. Het vele bonusmateriaal draagt daar zeker toe bij. Aan het programma vanuit Kampen is een ‘making of’ met de nodige ‘bloopers’ toegevoegd en improviseert Aart de Kort een toegift op de melodie van Psalm 33. Het extra-tje vanuit Bolsward bestaat uit een reportage over het Hinsz-/Van-Dam-orgel met titularis Kees Nottrot, een aantal mini-interviews met de organisten van dienst en een beeldverslag van een fotosessie. Gevoel voor humor kan de deelnemers niet ontzegd worden. In Bolsward bijvoorbeeld veroorlooft Sietze de Vries zich aan het einde van de opnames een muzikale grap, terwijl Aart de Kort in Kampen het werk Andante with Variations van de componist A.S. Shortley ten doop houdt. Over Shortley zijn noch in het compendium van Beckmann, noch in dat van Henderson gegevens te vinden ... Hier en daar gaan al stemmen op dat de genen van De Kort en dat van mister Shortley himself met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid identiek zouden zijn! De muziek klinkt er in elk geval niet minder om.
Het camerawerk is van de hand van Wim Stroman, die ook de montage van de eerste dvd voor zijn rekening nam. De montage van de derde dvd realiseerde René Kouwen. Stroman maakte overigens eerder al onder de titel Wedergeboorte van een Orgel een film over de restauratie van het Garrels-orgel van de Grote Kerk te Purmerend. De cameravoering en bijbehorende montage in de Martinikerk spreken uw recensent het meest aan. Deze is consistenter dan die in de Bovenkerk en ademt daardoor een rustiger sfeer. Daarbij dient vermeld te worden dat in Bolsward vanuit andere dan de gebruikelijke standpunten gefilmd is (van boven en frontaal op het gezicht van de organist). Dit komt de totale ambiance zeer ten goede. De beeldtechnici hebben er in elk geval duidelijk naar gestreefd om de op zichzelf wat statische beelden van de spelende organisten te verluchtigen met shots van het kerkinterieur en -exterieur en het orgelfront.

Het spel is — zoals je van vakmensen mag verwachten — verzorgd en geïnspireerd. Niet zelden spat de ‘Spielfreudigkeit’ van het scherm, zeker in de improvisatorische momenten. De groep heeft er hoorbaar en zichtbaar veel plezier in. Is het trouwens geen sympathiek idee om bij een eventueel vervolg één of meerdere van de getalenteerde vrouwelijke organisten die Nederland óók rijk is, te laten delen in de musiceervreugde? Vooral deze momenten bepalen de meerwaarde van de combinatie beeld en geluid boven die van geluid alleen (cd). Het is vermakelijk om te zien hoe de verschillen in muzikale en natuurlijke persoonlijkheid niet alleen auditief maar ook visueel tot uitdrukking komen. Elke organist is uniek in diens motoriek, mimiek en gestiek. Op vaak verbluffende wijze improviseren de ‘jongens’ even vormvast als artistiek verantwoord. Aan flair ontbreekt het zeker niet. Elke improvisator weet buiten dat een eigen gezicht te behouden. Zonder anderen tekort te willen doen, moeten hier de namen van de jongere generatie in de personen van Sietze de Vries en Gerben Mourik genoemd worden. Je zou er jaloers op worden wat die mannen presteren.

De beide uitgaven gaan vergezeld van een audio-cd zodat er ook zonder beeld genoten kan worden. In het begeleidende schrijven adviseert de producent de luisteraar om als opwarmertje eerst de cd’s in het laatje te stoppen. Dat is geen slecht advies. De dvd-boekjes bevatten de gebruikelijke gegevens. In het boekje van deel 1 zijn persoonlijke programmanotities van de organisten opgenomen.
Een vierde deel zien we graag en met gepaste nieuwsgierigheid tegemoet.
André Kruijf