Protestantse Kerkbode - aug. 2006

> terug

CD-bespreking: Protestantse Kerkbode
(12 augustus 2006)

Euwe de Jong en Sybolt de Jong (orgelvierhandig):
Cantatedelen van Joh. Seb. Bach

‘Bach anders dan anders’. Zo zou je de cd kunnen omschrijven die ik zag, waarop de gebroeders de Jong vierhandig orgelspelend Cantatedelen van Johann Sebastian Bach vertolken.
En aangezien alles waar ‘Bach’ bij staat mij nieuwsgierig maakt en zeker als het ook nog anders dan anders is nam ik me voor er eens goed naar te gaan luisteren.

En bij de eerste tonen hoor je het al: de speelvreugde spat er van af. In een perfect samenspel (je kunt je soms nauwelijks voorstellen dat de vier handen aan twee verschillende lijven zitten!) spettert “Erhalt uns, Herr, bei deinem Wort” (cantate 126) de huiskamer binnen.
En de hele cd blijft boeien, tot en met het laatste stuk, een bewerking van het openingskoor van cantate 80, “Ein feste Burg ist unser Gott”.
Was ik aanvankelijk wat sceptisch, me afvragend wat er van vocale muziek overblijft als je de teksten vervangt door instrumentale lijnen, na het beluisteren van de cd was van die scepsis niet veel meer over.
Van sommige bewerkingen kende ik het origineel nauwelijks, van andere stukken iets beter. Het beluisteren van de voor mij bekendere stukken had een wat andere dimensie dan de minder gekende: in het achterhoofd hoorde ik toch het origineel meeklinken.
Misschien wel vergelijkbaar met het naspelen van bekende popsongs (met excuses voor de vergelijking…): als je het origineel kent is het mooi om te horen, zo niet dan blijft er van zo’n popsong vaak niet veel over. De muziek zonder tekst zegt niet zoveel.
Maar dan het verschil: de Bachstukken blijven in de bewerkingen overeind.
Dat is natuurlijk in de eerste plaats de verdienste van Bach zelf, maar zeker ook van Sybolt (uit de toelichting begrijp ik dat de jongste van de twee broers verantwoordelijk was voor de arrangementen) de Jong. Hij was ook degene die het repertoire uitzocht en hij selecteerde daarbij natuurlijk op de geschiktheid voor orgel. En, zoals gezegd, dat is hem goed gelukt. Bij het beluisteren bekruipt je soms een gevoel van lichte jaloezie: wat zou het toch mooi zijn als ik ook vier handen had…
We kunnen Euwe (1956) en Sybolt (1961) feliciteren met deze cd, en met hun perfecte samenwerking.
De opnames werden overigens gemaakt op het Hinsz-orgel in de Martinikerk te Bolsward. In het begeleidend boekje wordt in drie talen verantwoording afgelegd over de keuze van de stukken en de manier van bewerken. Soms in een enkele zin, soms in een enkele alinea: de toelichtingen passen daardoor mooi bij de muziek: to the point en o zo duidelijk, en daardoor o zo mooi.
‘Echte’ orgelliefhebbers willen altijd graag informatie over de gebruikte registraties en in dit geval zou het ook mooi geweest zijn te vernemen hoe de vier handen in de verschillende stukken over de drie klavieren werden verdeeld. Aan de andere kant: de dispositie van het Hinsz-orgel wordt ook in het boekje vermeld zodat over het algemeen wel te determineren valt waar en hoe wat gebeurt.
Beide heren hebben een website, waarop informatie over deze en andere activiteiten is te vinden: www.euwedejong.nl of www.syboltdejong.nl.
Via die websites is de cd te bestellen. Ook staat daar een citaat van de grote Bachcantatekenner Maarten ’t Hart vermeld: 'Bewonderenswaardige Bach-bewerkingen bevlogen vertolkt. Ongelofelijk zo virtuoos alles klinkt en zo schijnbaar moeiteloos.’
En zo is dat!
Overigens: voorop de cd-hoes, en ook alléén daar, staat ‘volume I’.
Dat suggereert dat er meer komt. Wat mij betreft: graag!

Kees Steketee