Reformatorisch Dagblad - 2003

> terug

Staat Nederland internationaal bekend als orgelland, Engeland is voor veel liefhebbers toonaangevend als het om koormuziek gaat. Steeds meer krijgen elementen uit de rijke Engelse koor-traditie vaste voet in Nederland. Het "Festival of Nine Lessons and Carols" is zo’n fenomeen. Deze dienst, in Engeland op kerstavond, met negen bijbel-lezingen die omringd worden door oude en eigentijdse Christmas carols, ontstond in 1918 in King’s College Chapel in Cambridge. Bekende dirigenten en organisten als David Willcocks, Stephen Cleobury en Simon Preston zorgden in het verleden voor prachtige opnamen.
In 1982 startte het Roder Jongenskoor in Groningen eenzelfde traditie, en breidde die later uit naar Kampen. Op 23 december van het vorige jaar werd de uitvoering in de Bovenkerk live opgenomen en op cd uitgebracht. Voor dirigent Bouwe R. Dijkstra is zo’n uitvoering niet zozeer een concert als wel een "service" waarin de verkondiging centraal staat. Het aandeel van de schriftlezingen, alle in het Engels, is dan ook wezenlijk.
Het hoogtepunt, de boodschap van de geboorte van de Heiland, staat niet op zichzelf, maar krijgt diepte door de beschrijving van de val van Adam (Genesis 3), de rampzalige toestand van de mensheid én de verlossing daaruit (Romeinen 5). De liederen sluiten daar prachtig bij aan: voordat de herders en de drie koningen op weg gaan naar Bethlehem, zingen de jongens en mannen "Adam lay ybounden" en "Alleluya, a new work is come on hand".
Ook al konden de honderden aanwezigen (de "congregation") volop meezingen in bekendere hymns als "The first nowell", "While shepherds watched their flocks by night" en "0 come, all ye faithful", een uitvoering als deze overstijgt verre het niveau van de eenvoudige volkskerstzang zoals wij die kennen. Bouwe Dijkstra maakte het z’n koor namelijk niet gemakkelijk door betrekkelijk veel eigentijdse bewerkingen van carols op het programma te zetten. Aan de schat der eeuwen, vertegenwoordigd door Händel en William Boyce, wordt in een eigen idioom verder gebouwd door componisten als Philip Ledger, Peter Wishart, John Rutter en William Mathias, met als resultaat een gevarieerd en verrassend programma.
De kwaliteit van de zang is hoog. Discipline en waardigheid kenmerken de Roder koorzang, zuiver zijn de kwetsbare solo’s, stijlvol en indrukwekkend de bovenstemmen, de "descants", die op gepaste momenten oplichten. Prachtig is het orgelspel van Euwe de Jong. Variërend-van bescheiden continuobegeleiding in een deel uit Händels Messiah tot omstralend en bekronend in de samenzang van "Komt allen tezamen", steeds is het effectief ondersteunend en stimulerend.

N.a.v. "Festival of Nine Lessons and Carols" — Roden Boys Choir; BSR 03-1023;

Reformatorisch Dagblad,

Piet van de Wege